home
KUNSTENAARS
FIONA TAN - HANS OP DE BEECK - DE RIJKE / DE ROOIJ - WIM WAUMAN - FRANCISKA LAMBRECHTS / HONORE D'O ORLA BARRY / RUI CHAFES - MESSIEURS DELMOTTE - SVEN AUGUSTIJNEN - ROB JOHANNESMA - ELS  DIETVORST JEF GEYS  -  ELSKE NEUS
HONORE ð'0
° 1961 en 1984, in Oudenaarde en Gent

Recente solotentoonstellingen
2001 Résidence Secondaire, Rouen, Maison de l'Université
Permanente werken in de openbare ruimte:
   Fotosynthese, Utrecht
   Lumen, Sittard.
2002 All the details extended, en fractures recomposées/registrées, Antwerpen, MUHKA

Recente groepstentoonstellingen
2001 Locus/Focus, Arnhem, Sonsbeek 9
Squatters, Rotterdam, Witte de With
2002 Attachment+, Brugge, Hogeschool West-Vlaanderen
Hell-Gruen, Düsseldorf, Hofgarten
2002 Art Unknown, Madrid, Arco


FRANCISKA LAMBRECHTS
° 1967, Ninove
Video en Film in Sint-Lukas, Brussel

Recente groepstentoonstellingen
2001 Dialogues & Stories, Duisburg,
Museum Küppersmühle
2002 Say Hello to Peace and Tranquillity, Amsterdam, Montevideo/ Kopenhagen, Time Based Arts, Nikolaj Copenhagen Contemporary Art Center

Tentoonstellingen samen met Honoré d'O
2001 Jeanluc Ducourt, Honoré d'O en Franciska Lambrechts, Leuven, Museumzaal
Instant Video at Our Age, Luzern,
Kunstpanorama - Brussel, Roomade
2002 Civil, Antwerpen, Middelheim
Storage & Display, Mexico City, Programa Art Center


Sinds 2001 werken Franciska Lambrechts en Honoré d'O geregeld samen aan een project. Een constante is daarbij dat ze zich de beschikbare ruimte toeëigenen. Ze zoeken voeling met de plaats, haar sfeer, haar geschiedenis, haar essentie, om het even of het een park is of een kerkgebouw; ze pikken er betekeniselementen uit, zetten die naar hun hand, geven er een eigen interpretatie aan en brengen daarmee een nieuwe betekenis teweeg die met de bestaande wordt vervlochten. Ze worden mede-eigenaar.
Dat klinkt wel serieus, maar het zijn nooit zwaarwichtige ingrepen die ze doen. Ze gaan lichtvoetig en speels te werk. Met een glimlach, zodat de bezoeker zich uitgenodigd voelt om in de kring te treden en het spel mee te spelen. Om goed mee te spelen hoef je niet alles te weten en te begrijpen, je laat je meedrijven, je gaat erin op. In dit geval is het soort van hinkelspel dat zich slingert tussen gotische zuilen, langs barokke schilderijen, glanzend houtwerk en edelmetaal, temidden van wierookgeur en eeuwenoude symbolen. Al hinkelend ontdek je de fragmentjes die de twee kunstenaars er aan toegevoegd hebben. Tien kleine video-schilderijtjes die kriskras over het hele kerkschip verspreid zijn. Ze zijn van verschillend formaat en krijgen daardoor elk een autonome status die 'concurreert' met de grote verscheidenheid van de historische vormen. Het zijn detailopnames van lichamelijkheid (houdingen, gebaren, aanrakingen…) die op zich moeilijk te duiden en te ontsluiten zijn. Tenzij je spelenderwijs naar de sleutel zoekt.
Misschien kan Rubens je daarbij inspireren, de schilder die vier eeuwen geleden voor diezelfde Sint-Janskerk een opdracht uitvoerde en wiens werk nog steeds deze ruimte domineert. Hij maakte ongetwijfeld voorstudies om met zijn opdrachtgevers, de kerkfabriek, tot een overeenstemming te komen qua thema, compositie, kleuren, kostprijs…). Ziedaar de relatieve vrijheid van de scheppende kunstenaar. Vroeger zeker. En hoe zit het nu? Hoe speels ook, toch raken Franciska Lambrechts en Honoré d'O aan fundamentele zaken. Het kunstwerk als contract, met alle gevolgen vandien. Het contract met Rubens uit 1616 bevindt zich trouwens nog in het archief van de kerk. De 1O kleine beelden van Franciska en Honoré kunnen ook worden beschouwd als voorstudies of detailontwerpen, kleine associaties met de alomtegenwoordige, overweldigende religieuze symboliek. In dat soort van kunsttaal wordt de inhoud bepaald door de mogelijke interpretaties en de daarover te maken afspraken. De houding van een hand, de etiquette-leer, de klederdracht, de aanwezigheid van een mythologisch dier, een visioen of een droom, de dosering van het coloriet, de zin van een getal : het functioneren van een beeld naargelang van hoe het gelezen wordt. Uit de architectuur, de 'binnenhuisinrichting', de sculpturen, de schilderijen en de rituelen kan de grammatica van de taal der symbolen worden afgeleid.
In de Sacramentskapel, links van het koor en dus vlak bij de Rubens-triptiek, projecteren Franciska en Honoré één enkel groot beeld op een muur. Het rivaliseert qua omvang met de omringende kunstwerken; het neemt trouwens tijdelijk de plaats in van een schilderij dat wordt gerestaureerd. De afmetingen zijn betekenisvol, ze verwijzen immers naar het belang van de opdracht.
In dat geprojecteerde beeld komen alle details uit de kleine voorstudies terug. Het is een scène die aan het kunstcontract letterlijk gestalte geeft. Tien personages zitten aan een tafel (voor een laatste avondmaal?); ze vormen de commissie die zich uitspreekt over de condities waaraan het te realiseren werk moet voldoen (thema en vorm, grootte en ingrediënten) en die daarbij rekening houdt met de symboolfunctie van de verschillende elementen die in het spel zijn. Blauw, gemaakt met lapis lazuli, symboliseert bijvoorbeeld een andere waarde dan het als pigment strikt genomen vertegenwoordigt.
Centraal in het scenario staat zoiets als de overdracht van de opdracht. De opdrachtgevers geven weliswaar de aanzet, maar de kunstenaar is uiteindelijk bepalend. Zo denken Franciska en Honoré er over. De scène wordt geregisseerd door een figuur die met de hulp van een zogenaamde vectorscoop de verhouding tussen rood, groen en blauw probeert te bekomen zoals hij en niemand anders ze wenst: 56 % rood, 21 % groen, 22 % blauw.

Locatie
SINT-JANSKERK